Hand-out BOA-Examen.nl:

Materieel strafrecht

Leestijd: 4 minuten

Inmiddels ben je bekend met het onderscheid tussen nationaal en internationaal recht en privaat- en publiekrecht. Een ander onderscheid in het recht is in materieel en formeel recht.

De term materieel recht

Het materiële recht regelt de inhoud van het recht. In het woord materieel zit materie. Materie is dat waaruit iets bestaat. De inhoud van het recht is de materie, vandaar materieel recht.

Het materiële strafrecht:

  • Welke gedragingen zijn strafbaar? Denk bijvoorbeeld aan doodslag.
  • Wie is of zijn daarvoor strafbaar? Daders en medeplichtigen.
  • Welke omstandigheden bepalen de strafbaarheid? Een strafuitsluitingsgrond bijvoorbeeld. Zo’n strafuitsluitingsgrond kan de straf geheel uitsluiten.
  • Welke straf is er opgesteld? Bij doodslag een maximale gevangenisstraf van vijftien jaar of een geldboete van de vijfde categorie.

De term formeel recht

Het formele recht regelt de procedures en de handhaving daarvan. Als het materiële recht wordt overtreden, dan regelt het formele recht wat te doen. Bijvoorbeeld; Iemand wordt aangehouden op heterdaad ter zake winkeldiefstal. Er heeft dus diefstal plaatsgevonden, artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Het materiële recht is overtreden en dus treedt het formele recht in werking: iemand is als verdachte aangemerkt en aangehouden.

Het Wetboek van Strafrecht bestaat uit 3 boeken:

  • Boek 1 Algemene bepalingen (het formele recht gedeelte)
  • Boek 2 Misdrijven
  • Boek 3 Overtredingen

Boek 1 regelt de formele zaken in deze wet. Zaken zoals wat is een poging, voorbereidingshandelingen, wettelijke strafbepaling, uitsluitingsgronden, dader of medeplichtigheid.(Formeel strafrecht)
Boek 2 vermeld de algemene misdrijven en boek 3 verwoord de overtredingen. Misdrijven vormen rechtsdelicten en overtredingen wetsdelicten. (Materieel strafrecht)

Naast deze algemene wetgeving met algemene strafbare feiten zijn er nog diverse bijzondere wetten zoals bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet 1994, de Opiumwet, de Wet wapens en munitie, etc.. Bijzondere wetten in de zin van het gaat over slechts 1 onderwerp van strafbare feiten en in dezelfde wet staan de strafbare feiten als ook wat de bevoegdheden daarbij zijn voor de opsporingsambtenaar.

Het strafrecht heeft dus een materieel en een formeel deel (een procedureel – procesrechtelijk – deel). Het materiële gedeelte van het strafrecht bestaat onder andere uit de feiten die door de wetgever in het Wetboek van Strafrecht strafbaar zijn gesteld. Denk hierbij onder andere aan oplichting, mishandeling, diefstal, moord en doodslag. Maar ook strafbare feiten uit bijzondere wetten of de Algemene Plaatselijke Verordening vallen hieronder. Het formele deel staat in het Wetboek van Strafvordering of in bijzondere wetten, denk daarbij aan bevoegdheden die mogen worden toegepast, zoals aanhouden, binnentreden ter aanhouding of inbeslagneming, onderzoek aan de kleding etc. Het formele strafrecht regelt de procedures en het materiële strafrecht de strafbare feiten of handelingen.

De Grondwet regelt allerlei rechten van de burger. Die rechten, zoals het recht op vrije meningsuiting, het recht op vergadering, het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer enzovoort, liggen verankerd in onze Grondwet. De Grondwet regelt ook dat een feit pas strafbaar is nadat het door de wetgever formeel als strafbaar feit (strafbare handeling) in een wettelijk voorschrift is opgenomen. Dat kan in een formele wet (Staten-Generaal en regering), een provinciale of gemeentelijke verordening (gedeputeerde staten of gemeenteraad en college van B en W) of een Algemene Maatregel van Bestuur, gemaakt door de regering (RVV 1990). Dat betekent dus dat wanneer een gedraging strafbaar is gesteld per 01 januari 2021, dat iemand die datzelfde feit pleegt op 21 november 2020 niet strafbaar is omdat het toen nog geen strafbaar feit was.

In artikel 16 van de Grondwet zien we het legaliteitsbeginsel: Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Deze tekst is gelijk aan artikel 1 uit de algemene bepalingen van het Wetboek van Strafrecht. Dus de Grondwet beschermt de burger en geeft duidelijk aan wanneer een handeling strafbaar is. Dat wordt natuurlijk overgenomen in het formele gedeelte van Wetboek van Strafrecht. Eigenlijk staat er in artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht dat de wet geen terugwerkende kracht kent. Ten aanzien van de feiten die op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, zijn verjaard, blijven de wettelijke bepalingen inzake de verjaring van toepassing zoals bepaald voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

Territorialiteitsbeginsel

De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt. Het Wetboek van Strafrecht bepaalt wie onder de Nederlandse strafwet valt. Uitgangspunt daarbij is het territorialiteitsbeginsel. De strafwet is van toepassing op het Nederlandse grondgebied met de uitbreiding naar de wateren en het luchtruim. Dus de twaalf zeemijlen uit de kust en het luchtruim boven Nederland.

Vlagbeginsel

De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die zich buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig aan enig strafbaar feit schuldig maakt. De Nederlandse strafwet is dus ook van toepassing buiten het grondgebied van Nederland, aan boord van een Nederlands schip (dat vaart onder de vlag en geregistreerd is Nederland) en een Nederlands luchtvaartuig. Dat vliegtuig of dat schip is dan eigenlijk een stukje Nederlands grondgebied.

De slotbepaling van het eerste boek van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 91 Wetboek van Strafrecht. De bepalingen van dit Boek zijn ook toepasselijk op feiten waarop bij andere wetten of verordeningen straf is gesteld, tenzij de wet anders bepaalt.
De slotbepaling bedoelt met wetten, de wetten gemaakt door regering en Staten-Generaal en met verordeningen wet- en regelgeving gemaakt door lagere overheden, bijvoorbeeld provincie of gemeente (lagere wetgeving).
De slotbepaling bepaalt dus dat deze andere wetten of verordeningen waarin strafbare feiten zijn opgenomen, ook onder de werking vallen van het Wetboek van Strafrecht. Alle wetten of verordeningen waarin geen strafbare feiten worden genoemd vallen daar niet onder. De Visserijwet (een formele wet) kan bepalen dat poging tot overtreding strafbaar is, terwijl in het 1e boek van het Wetboek van Strafrecht staat dat alleen poging tot misdrijf strafbaar is. De Visserijwet wijkt dan af van de slotbepaling uit het 1e boek van het Wetboek van Strafrecht en dat is volgens de slotbepaling toegestaan.

Ontdek de BOA Compact!

Ben je klaar om je BOA-examen te verpletteren? Bereid je dan voor met de ultieme bondgenoot: BOA Compact! Deze handige, zorgvuldig samengestelde reader is dé sleutel tot jouw examensucces.